Houd rekening met neurodiversiteit als je e-learning ontwikkelt

E-learning
27/4/2023

Hoe kun je er nu voor zorgen dat jouw les/cursusmateriaal voor iedereen toegankelijk en waardevol is? In deze blog geven we tips.

Als werkgever weten we dat al onze medewerkers verschillend zijn. Niet alleen qua karakter, gender en achtergrond, maar ook qua brein. Omdat elk brein anders is, dient er ook in het ontwikkelen van professionele ontwikkelingsactiviteiten en leren rekening te worden gehouden met neurodiversiteit. Neurodiversiteit betekent eenvoudigweg dat er verschillen zijn tussen de breinen van mensen en dat zij dus verschillende manieren hebben van denken en leren.

“Wanneer we spreken over psychische afwijkingen, stoornissen en aandoeningen, dan bedoelen we dat het afwijkt van de norm. Dit betekent echter niet dat mensen met deze afwijkingen fout of ziek zijn. Integendeel. Het stelt alleen dat de hersenen van een neurodivers persoon anders werken. ‘Anders’ is gelukkig geen synoniem van ‘verkeerd’ en het zou ook erg saai zijn als we allemaal hetzelfde waren.” bron 

Tot voorkort had de term “neurodiversiteit” een vrij negatieve associatie en werd het woord voornamelijk gebruikt om bepaalde mensen uit te sluiten. Mensen met autisme en ADHD bijvoorbeeld. “ZIj denken “anders” en dus moeten er voor hen aanpassingen worden gedaan.” Gelukkig wordt de term nu vooral positief en meer inclusief gebruikt: we denken immers allemaal op een andere manier! In onze blogs over Universal Design for Learning beschreven we al hoe je een e-learning zo inclusief mogelijk kunt ontwikkelen en hiermee dus automatisch rekening houdt met neurodiversiteit. 

Hoe kun je er nu voor zorgen dat jouw les/cursusmateriaal voor iedereen toegankelijk en waardevol is? In deze blog geven we tips.

1. Gebruik niet te veel tekst

Lezen kan een groot obstakel vormen voor mensen die neurodivers zijn. Zeker als het lesmateriaal ook nog in een klein lettertype wordt weergegeven. Gebruik korte alinea’s, geef elke alinea een kop of tussenkop, en voeg alleen waardevolle afbeeldingen toe. Zorg er ook voor dat de informatie leesbaar is met een schermlezer en tekst-naar-spraak-software. Qua lettertype kun je het beste voor sans-serif lettertypes zoals Arial kiezen.

2. Geef duidelijke instructies

Het kan misschien vrij “overbodig” voelen, maar het is echt nodig om expliciete instructies te geven van a-z. Hoe open je je leeromgeving? Waar staat alles? Wat is de precieze volgorde waarop lesmaterialen doorlopen dienen te worden? Waar staat alle benodigde informatie? Waar kun je vragen stellen? Verplaats je in een cursist die volledig nieuw is; zij hebben nog nooit met het learning management systeem gewerkt, en zijn nieuw in online leren. Aan welke instructies hebben zij behoefte? Het is ook een goed idee om een pilot te draaien en de “proefcursisten” om feedback te vragen: waar lopen zij vast? Welke vragen ontstonden er? Hierbij wordt ook vaak duidelijk wat nog onduidelijk of verwarrend is voor de cursist en waar de informatie of navigatie nog meer verduidelijkt mag worden. Als er cursisten zijn die al meer ervaring hebben met het gebruikte learning management systeem en/of online leren, slaan zij de voor hen eventueel “overbodige” instructies vanzelf over.

3. Maak gebruik van terugkerende iconen

Iconen zijn onmisbaar voor neurodiverse cursisten. We zetten de voordelen van het gebruiken van iconen op een rijtje:

  • Iconen zijn eenvoudig te herkennen
  • Iconen zorgen voor consistentie
  • Iconen en afbeeldingen dienen als ankerpunten wanneer cursisten de tekst scannen
  • Iconen breken tekst op in kleinere, beter behapbare stukken
  • Iconen vergemakkelijken de navigatie in de online leeromgeving
  • Zelfs als een icoon de inhoud waar deze naar refereert niet volledig uitlegt, kan het cursisten toch helpen om een associatie met de inhoud te maken en te onthouden

Maar let wel op!

Het gebruik van teveel iconen en afbeeldingen kan juist weer erg overweldigend zijn voor de cursist. Daarnaast is het ook belangrijk om aan elke icoon en afbeelding “alt tekst” toe te voegen; zodat ook cursisten die gebruik maken van een schermlezer kunnen begrijpen wat een afbeelding inhoudt. Vraag je bij elke afbeelding en icoon af: voegt dit iets toe? Zo niet, laat het dan weg. Kies bij voorkeur voor iconen met maximaal twee kleuren en kies qua afbeeldingen voor echte foto’s in plaats van clipart of tekeningen.

4. Maak effectief gebruik van kleur

Als de kleuren in de leeromgeving duidelijk te onderscheiden zijn, en dan met name het verschil tussen de tekst en de achtergrond, maakt dit een groot verschil voor bijvoorbeeld mensen met dyslexie. Houd hierbij wel rekening met kleurenblindheid. Pastelkleuren zijn met name aan de te raden. Geel kan juist weer voor te veel prikkels zorgen. 

Zoals je ziet zijn er best een aantal dingen om rekening mee te houden. Pluvo houdt rekening met allerlei soorten cursisten! Neem contact met ons op via de chat om de mogelijkheden voor jouw inclusieve e-learning te bespreken.

Sluit melding