Plan een demo
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.
Webteksten schrijven is anders dan het schrijven van een fysiek boek. Als je jouw lezers wilt boeien, zul je hier rekening mee moeten houden. Maar hoe? Nou, middels deze 5 tips!
Jij bent bezig met het ontwikkelen van een website of online cursus. Niet gek als je je afvraagt of het schrijven van online teksten anders is dan het schrijven van offline content. Over het antwoord kunnen we heel kort zijn: ja. Er wordt niet voor niets een afzonderlijke naam gegeven aan het schrijven van teksten op het online web.
Als we het namelijk hebben over webteksten, spreken we van teksten, speciaal geschreven voor op het internet.
Er is een simpele reden waarom het belangrijk is dat je webteksten op een andere manier schrijft dan 'normaal'. Als je er namelijk voor kiest om jouw kennis via het internet te verspreiden, kom je voor een flinke uitdaging te staan. De spanningsboog van iemand die gebruik maakt van het web is namelijk vele malen kleiner dan die van iemand die een boek leest. Zo zijn Instagram, Facebook en andere vliegensvlugge content maar een paar klikken verwijderd van jouw website of online training.
De concurrentiestrijd met de sociale media is dus groot, maar het is zeker niet onmogelijk om deze te winnen! Je zult er alleen voor moeten zorgen dat de lezer gemotiveerd raakt en blijft. En dat doe je door ijzersterke webteksten te schrijven. Hieronder vind je 5 tips die je hierbij helpen.
Eerst meer weten over e-learning? Lees dan: wat is e-learning?
1. Kortere webteksten zijn beter
Als trainer of websiteontwikkelaar wil je dat de lezer zoveel mogelijk informatie verwerkt. Hier zijn korte zinnen ideaal voor. Doordat je meer pauzes inbouwt, geef je lezers de gelegenheid om de informatie te verwerken. Zo voorkom je dat ze afhaken. Want zoals we al eerder aangaven: online ligt afleiding op de loer. Je moet het je lezers zo makkelijk mogelijk maken, anders ben je ze kwijt.
Voorbeeld van een minder sterke webtekst:
‘Hoewel het niet altijd makkelijk is om je boodschap kort en bondig samen te vatten, zeker bij een wat ingewikkelder onderwerp, is het wel aan te raden, omdat je lezers anders snel de draad kwijtraken en de kans kleiner is dat ze informatie goed verwerken.’
Voorbeeld van een betere webtekst:
‘Het is niet altijd makkelijk om je boodschap kort en bondig samen te vatten, zeker niet bij een wat ingewikkelder onderwerp. Toch is het wel aan te raden. Bij lange zinnen raken je lezers namelijk snel de draad kwijt. Ook is de kans kleiner dat ze informatie goed verwerken.’
Verder is het voor de leesbaarheid van je webtekst prettig om korte en lange zinnen af te wisselen. Hierbij is het wel aan te raden om korte zinnen te gebruiken aan het begin van een artikel of hoofdstuk. Op dit moment probeert je cursist namelijk nog te wennen aan het nieuwe onderwerp. Die extra pauzes zijn dan zeer welkom.
Let er wel op dat als je zinnen korter maakt, je meer pauzes toevoegt. Hierdoor komen zinnen losser van elkaar te staan. Het is dan fijn voor de lezer als je de verbinding tussen zinnen expliciet maakt. Dit doe je bijvoorbeeld door in een nieuwe zin te herhalen over welk deel van de vorige zin het gaat. Dat zie je terug aan het voorbeeld van een betere webtekst: "Bij lange zinnen...".
Ooit gehoord van microlearning? Deze vorm van e-learning houdt ook rekening met het feit dat het moeilijker is om online de aandacht vast te houden. Lees er gauw meer over!
2. Creëer concrete content
Nog een manier om te zorgen dat je online teksten grondiger gelezen worden: gebruik heldere taal. Voorkom dus woorden die de lezer niet kent, woorden die eigenlijk overbodig of te ingewikkeld zijn. En laat je cursisten niet zelf raden wat je bedoelt, maar wees zo expliciet mogelijk.
Dus niet:
‘Tijdens de eerste fase gaan we in op een aantal aspecten die te maken hebben met de voorwaarden van jouw cursus.’
In bovenstaande zin voegt ‘aspecten die te maken hebben met’ niets toe. Je kunt ook gewoon ‘voorwaarden’ zeggen. Ook is het niet duidelijk waar ‘voorwaarden’ naar verwijst: voorwaarden waarvoor?
Beter:
‘In de eerste fase gaan we in op de voorwaarden om jouw cursus tot een succes te maken.’
Zo, nu weet de lezer waar hij aan toe is.
3. Schrijf actief
Als je een online cursus ontwerpt, is het een goede zaak om ervoor te zorgen dat de lezer zich betrokken voelt. Eigenlijk wil je dat je lezers het gevoel krijgen dat het over hen gaat. Dan onthouden ze beter wat ze leren en dringt de informatie meer tot hen door. Door wat aanpassingen in jouw webteksten kun je daarvoor zorgen! Let voornamelijk op actief versus passief taalgebruik.
Kijk bijvoorbeeld eens naar deze zin:
‘In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste begrippen uit de psychologie behandeld.’
Dit is een voorbeeld van passief taalgebruik. Het is niet duidelijk wíé straks deze belangrijkste begrippen behandelt. Dit maakt de zin afstandelijk en wat saai. Zo maak je de zin actief:
‘In hoofdstuk 3 behandel ik de belangrijkste begrippen uit de psychologie.’
Nu ziet je cursist ook iemand voor zich die straks deze begrippen behandelt, namelijk jou als trainer of eigenaar van je bedrijf. Nog een voorbeeld:
‘Het formulier wordt aan het eind van de cursus toegestuurd.’
Dat klinkt behoorlijk onpersoonlijk. Beter is:
‘Ik stuur je het formulier aan het eind van de cursus.’
Weet je nog niet wie het formulier opstuurt? Dan heb je nog een optie om de zin sprekender te maken:
‘Je ontvangt het formulier aan het eind van de cursus.’
Ook zo schrijf je dus persoonlijker. Je laat namelijk zien dat je niet alleen aan het toesturen van formulieren denkt, maar ook aan de ontvangers, je cursisten bijvoorbeeld. Deze tip is niet alleen geschikt als je content schrijft voor een website, maar ook als je een online training wilt vullen met webteksten.
Wist je trouwens dat niet alleen je webteksten, maar ook je website of online leeromgeving bepalend is voor hoe gemotiveerd de lezer is? Lees hier meer over het kiezen van de juiste e-learning software!
4. Werkwoorden graag!
Wat leest makkelijker?
‘We bieden je graag ondersteuning’
of
‘We ondersteunen je graag’
‘Ondersteuning’ is een naamwoord, afgeleid van het werkwoord ‘ondersteunen’. Naamwoorden kun je herkennen doordat je er, net als bij een zelfstandig naamwoord, een lidwoord voor kunt zetten. In veel gevallen kun je ze gewoon vervangen door het werkwoord, door de zin iets aan te passen. Zoals je ziet wordt de zin daar minder afstandelijk én leesbaarder van. Nog een voorbeeld:
Niet:
‘Bij afronding van de cursus krijg je een certificaat’.
Beter:
‘Als je de cursus afrondt krijg je een certificaat.’
5. Schrijf je 'u' of 'jij'?
Wanneer je een tekst schrijft, loop je al snel tegen deze vraag aan: Spreek ik mijn cursisten aan met ‘u’ of ‘je’ en ‘jij’? De informele aanspreekvorm is het meest persoonlijk. Je voelt je als lezer dichter bij de schrijver staan, en hebt daardoor meer het gevoel een team te zijn. Dit zorgt voor een hogere betrokkenheid. Steeds meer websites en blogs kiezen dan ook voor deze vorm.
Met ‘u’ schep je meer afstand. Toch is dat in sommige gevallen beter. Bijvoorbeeld als je doelgroep een vrij hoge leeftijd heeft, en niet zo gewend is aan deze informele aanspreekvorm. Of als je cursus heel zakelijk is qua inhoud. Zoals je ziet is er niet altijd een kant-en-klare formule als het neerkomt om goede teksten schrijven. Je zult zelf moeten kijken naar de behoeften van jouw lezerspubliek. Wat hebben zij nodig en naar wat voor soort webteksten gaat hun voorkeur uit?
In deze blog hebben we vijf aspecten van taalgebruik besproken. Natuurlijk zijn er veel meer dingen waar je als schrijver van content op kunt letten. Hierbij nog een paar andere tips:
Wil je meer adviezen over hoe je betere teksten schrijft? Een aanrader is de Schrijfwijzer van Jan Renkema.
Vond je de manier waarop wij webteksten schrijven leuk? Je zou ook een van onze blogs over e-learning kunnen lezen! Zoals:
